Oog voor detail
Column Raad van Bestuur
Bestuurders en politici denken graag in zogeheten grote lijnen. Algemene visies over hoe de wereld van de zorg eruit zou moeten zien worden graag geventileerd. Zeker in verkiezingstijd stapelen de mooie formuleringen zich op. Hoe meer oneliners, hoe beter! Dat maakt het overzichtelijk. Het voordeel van die algemene verhalen is dat je het er vaak ook moeilijk mee oneens kunt zijn juist omdat het zo algemeen is. Maar wat heb je aan een algemeen verhaal als je de onderdelen van dat verhaal niet ziet of kent. Die onderdelen kunnen heel anders zijn en ook een heel ander verhaal vertellen. Als je alleen maar het grote geheel kijkt, vergeet je de details. Terwijl die nu net zoveel meer kunnen zeggen.
Onlangs was ik voor een landelijk Planetreeoverleg op bezoek in het ziekenhuis in Gorinchem. Bij de receptie stond een mandje met fruit. De receptioniste nodigde me vriendelijk uit een stukje fruit mee te nemen. Als ik nu aan dat ziekenhuis terugdenk komt dat ogenschijnlijk klein gebaar, dat oog voor detail, als eerste bij me naar boven. Een paar weken later bezocht ik de tentoonstelling over Toon Hermans die nu 10 jaar geleden overleden is. Toon was een ware meester in het uitvergroten van een detail. Daar kun je nu nog van genieten. In museum Het Domein in Sittard las ik zijn gedichtje: Klein Ziekenhuisversje ‘Als u lacht zuster Lacht de nacht zuster’ .
Geen groot meeslepend gedicht, maar een klein versje met een grote betekenis. Vlak bij het graf van Toon op dat prachtig kerkhof in datzelfde Sittard staat een plataan. Dat juist daar een ‘Planetree’ staat kan toch niet toevallig zijn!
Onlangs is het boek ‘Doe mij maar de details’ verschenen. Een initiatief van een aantal medewerkers van GGzE centrum autisme volwassenen. Een boek over acht bijzondere mensen. Bijzonder omdat ze oog hebben voor detail en daardoor bijzondere dingen maken, bedenken, schrijven, schilderen, gieten, tekenen, schaven, schroeven en wat al niet meer. Het is een schitterende uitgave geworden. Een uitgave waarin niet hun beperking centraal staat maar hun specifieke kwaliteit. De kunstenaars tonen ieder op hun eigen wijze, hoe mooi de ‘kleine’ dingen kunnen zijn. Het laat zien hoe je je kunt verwonderen over dingen die anderen over het hoofd zien. We zijn er als GGzE trots op om zoveel mensen met dit talent te kennen. Een klein detail uit het boek: één van de portretten gaat over Toine van Hout. Hij maakt grote opvallende houten vrouwenfiguren. Hele bomen gebruikt Toine voor deze beelden. Toen, na een storm, er wat bomen gerooid en geruimd moesten worden, vroeg hij de werklui of hij er één mocht hebben. Dat mocht. Om duidelijk te maken dat die boom ‘bezet’ was moest hij deze wel markeren. ‘En raadt eens wat ik erop gezet heb?’ vraagt hij met zijn meest onschuldige blik. We blijven het antwoord schuldig. ‘Van Hout’ zegt hij tevreden. Joep Verbugt