GGzE Magazine maart 2007
Column Raad van Bestuur
Papier
Elke dag krijg ik gemiddeld drie volle postboeken op mijn bureau met brieven, nota’s, brochures, notities, uitnodi- gingen, vergaderstukken, boeken en vooral veel e-mail.
Elke week verwerk ik een papierstapel van gemiddeld een halve meter. En elke maand denk ik wel eens aan die figuur in de Efteling die telkens roept: ‘Papier hier, papier hier’.
Het gevaar dreigt dat je in de wereld van de zorg verzuipt in het papier. Natuurlijk is dat voor een deel onvermijdelijk. Zeker voor een bestuurder. En als je een hekel hebt aan lezen, dan had je maar een ander vak moeten kiezen. Bovendien verdient het goed, dus ik moet niet klagen!
Toch wil je meer dan alleen papier verplaatsen. Je wilt dat cliënten zich bij GGzE goed geholpen voelen, dat medewerkers graag hun werk doen en trots zijn op deze onderneming,
dat de overheid en de verzekeraars tevreden zijn met onze resultaten en dat er in de samenleving waardering is voor het lastige en moeilijke werk in de geestelijke gezondheidszorg.
Hoe doe je dat dan? Zeker niet alleen door veel te lezen, maar vooral door te luisteren en te praten met al die betrokkenen. Door richting aan te geven en daarbij telkens voor ogen te houden dat in de zorg de menselijke maat herkenbaar moet zijn. Die menselijke maat, die kunnen we gemakkelijk zelf bepalen door ons telkens af te vragen of we cliënten, collega’s, overheden, verzekeraars en media net zo behandelen als we zelf behandeld zouden willen worden. En het antwoord op die vraag hoeft niet op papier te komen!
Joep Verbugt